Welke fiscale voorstellen en wijzigingen zijn op Prinsjesdag 2020 gepresenteerd? De maatregelen in het Belastingplan 2021 zijn sterk beïnvloed door de coronacrisis. Wij zetten kort enkele belangrijke wetsvoorstellen en wijzigingen een rij.
Het tarief in de vennootschapsbelasting gaat in 2021 in de hoogste belastingschijf niet verder omlaag en blijft dus 25%. De eerste tariefschijf daalt daarentegen wel naar 15% en wordt verlengd naar € 245.000. Het tarief voor de innovatiebox stijgt van 7% naar 9%.
Vanaf 1 januari 2021 moet bronbelasting ingehouden worden bij rente- of royaltybetalingen, die door een in Nederland gevestigd lichaam aan een ‘in een laag belastende jurisdictie gevestigd gelieerd lichaam’ worden gedaan. De regeling geldt ook in misbruiksituaties.
De overdrachtsbelasting wordt op meerdere punten gewijzigd. Het kabinet stelt voor de overdrachtsbelasting met ingang van 1 januari 2021 te verhogen met 2%-punt voor beleggers in woningen en voor niet-woningen. Het tarief gaat hierdoor van 6% naar 8%. Voor de verkrijging van een woning blijft het tarief 2%, mits aan enkele voorwaarden is voldaan. Koop je voor de eerste keer een eigen woning? Dan hoeft je bij levering van de woning na 1 januari 2021 onder voorwaarden geen overdrachtsbelasting meer te betalen, mits je tussen de 18 en 35 jaar bent. Per 1 januari 2021 betaal je als je een woning ter belegging koopt geen 2% overdrachtsbelasting meer, maar 8% over de waarde van die woning.
De werkkostenregeling is met terugwerkende kracht in 2020 verruimd. Heb je toch een overschrijding van de vrije ruimte, dan mag de loonbelasting hierover in 2021 later dan voorheen worden afgedragen. Daarnaast komt er een verruiming voor studiekosten aan ex-werknemers en een minimale verlaging van de vrije ruimte.
De fiscale positie van in Nederland wonende bestuurders en commissarissen van in het buitenland gevestigde vennootschappen verandert. De vrijstellingsmethode wordt ingetrokken waardoor Nederland in feite een stuk gaat ‘bijheffen’, wat tot een fors hogere belastingdruk kan leiden.
Onder de huidige wettekst kan een renteaftrekbeperking ertoe leiden dat per saldo een bedrag aan negatieve renten en valutawinsten op grondslageroderende schulden wordt vrijgesteld. Per 1 januari 2021 kan per kwalificerende schuld de specifieke renteaftrekbeperking per saldo niet langer leiden tot een lagere winst.
Per 1 juli 2021 gelden de nieuwe btw-regels bij grensoverschrijdende goederenverkopen en diensten aan particulieren en niet-ondernemers. Deze nieuwe regels hebben gevolgen voor alle ondernemers die goederen en diensten leveren aan consumenten en niet-(btw-)ondernemers binnen de Europese Unie (EU). Je moet door deze regels steeds vaker buitenlandse btw betalen, in het land waar de consument woont.
Ondernemers die grensoverschrijdende goederen leveren aan particulieren en niet-(btw-)ondernemers krijgen te maken met nieuwe btw-regels. Per 1 juli 2021 verdwijnen de (variërende) drempelbedragen per lidstaat. Je moet dan bij grensoverschrijdende goederenleveringen (en diensten) btw betalen in de lidstaat waar de goederen (en diensten) aan de consument worden (af)geleverd. Je komt onder de nieuwe btw-regels (veel) sneller in aanraking met de afstandsverkopenregeling.
Meer informatie over bovenstaande wetsvoorstellen en wijzigingen en een totaaloverzicht kunt u terugvinden op de speciale Prinsjesdag overzichtspagina van onze strategisch partner ABAB Accountants en adviseurs.
Met dank aan Mark Broekhuizen, Senior belastingadviseur bij ABAB Accountants en Adviseurs, voor het schrijven van dit artikel