De Gedeputeerde Staten van Brabant heeft een voorstel ingediend om de grondwatertarieven te verhogen. Belanghebbende bedrijven binnen de Vereniging Industriewater en VNO-NCW Brabant Zeeland nemen op het gebied van grondwater graag hun verantwoordelijkheid, maar de aangekondigde verhoging roept de nodige vraagtekens op. Daarom stuurden de verenigingen eerder deze maand een brandbrief naar gedeputeerde Hagar Roijackers.
Wanneer voor het realiseren van de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water en het tegengaan van de verdroging een verhoging van de grondwaterheffing noodzakelijk is dan dragen de betrokken ondernemers hier graag aan bij. Maar het is de vraag of een tariefsverhoging daadwerkelijk bij zal dragen aan het realiseren van de doelen en ook de huidige lastenongelijkheid wringt.
Elke onttrekking van grondwater zou op dezelfde wijze moeten worden belast. Daarvan is nu geen sprake, omdat alleen grote wateronttrekkingen (boven 150.000 m3 per jaar) worden belast. Hierdoor draagt slechts een beperkt aantal bedrijven alle lasten. Ook in de toekomst zal dit zo blijven volgens het huidige voorstel. En met het stijgen van de tarieven wordt de lastenongelijkheid alleen maar groter. Vereniging Industriewater en VNO-NCW Brabant Zeeland vragen Gedeputeerde Staten daarom om een verbreding van de grondslag om de doelheffing rechtvaardiger te maken en van een groter draagvlak te voorzien.
Ook zetten de verenigingen vraagtekens bij de noodzaak van de tariefsverhoging. Er is in de afgelopen jaren een forse provinciale reserve opgebouwd voor grondwaterbeheer in zijn algemeenheid en bestrijding van de verdroging in het bijzonder, die nog onbenut is. Niet duidelijk is waar de extra opbrengst voor wordt ingezet.
Bovendien is niet duidelijk of de doelstelling – met name bestrijding van de verdroging – niet langs een andere weg kan worden nagestreefd. Zo investeren Nederlandse waterleidingbedrijven, waaronder Brabant Water, de komende jaren fors in het vervangen van diep grondwater door oppervlaktewater. Een investering die aanzienlijke extra kosten met zich mee brengt. Deze investering in combinatie met een stijging van de grondwaterheffing zal zijn uitwerking op de drinkwatertarieven niet missen.
Ook uiten de verenigingen hun zorg over het risico dat kleeft aan het verhogen van de grondwaterheffing. Vrees is dat er verhoudingsgewijs meer gebruik gemaakt zal worden van waterwinning die niet valt onder de heffing. Met als gevolg dat er minder zicht is op de aard en de omvang van de winning van grondwater.
Neem voor vragen contact op met Jan van Mourik, manager belangenbehartiging VNO-NCW Brabant Zeeland
E : mourik@vnoncwbrabantzeeland.nl
T : (06) 25 05 15 09