Regelmatig verschijnen er nieuwsberichten over de belastingheffing van multinationals die door het gebruik van bepaalde structuren fiscaal voordeel willen behalen. De woorden belastingontwijking en (anti-)misbruik worden daarbij genoemd.
Om deze belastingontwijking tegen te gaan, zijn en worden er op verschillende niveaus maatregelen genomen. Denk op nationaal niveau aan nieuwe wetten en op internationaal niveau aan het BEPS-project van de OESO om belastingontwijking tegen te gaan. Ook vanuit de EU worden verschillende maatregelen genomen. Het aantal regels groeit hierdoor gestaag en het fiscale landschap wordt voor de ondernemer steeds moeilijker te overzien. Steeds meer ondernemers vragen zich af of zij wel ‘compliant’ zijn met de fiscale wetgeving en wat de risico’s zijn op discussie, correcties en boetes? Een greep uit de middelen.
Alleen al bij een grensoverschrijdende dividenduitkering kunnen ondernemers te maken krijgen met de nationale wet, de EU-richtlijn, het verdrag en het multilateraal instrument.
Ook de Wet bronbelasting 2021 kent een heffing op uitgaande rente en royalty’s naar fiscaal gunstigere oorden. Verder is er de CFC-wetgeving die noopt tot een onderzoek naar de fiscale behandeling van een kostenaftrek en de heffing over (passieve) inkomsten: geen aftrek zonder heffing. Hoe wordt deelnemingsdividend in het vestigingsland van de uitkerende vennootschap fiscaal behandeld? Hoe ziet de fiscus een groepsmaatschappij: zit er in mijn structuur een omgekeerde hybride? Heb ik een informele kapitaalstructuur, oftewel een mismatch bij toepassing van het zakelijkheidbeginsel?
Daarnaast volgen nog de aanscherping van de generieke renteaftrekbeperking (als gevolg van de EU-richtlijn ATAD 1), mogelijk de conditionele eindafrekening in de dividendbelasting bij zetelverplaatsing en voor de zeer grote ondernemingen de Pillars 1 en 2 over de belastinggrondslag en het minimumtarief in de digitale economie.
Doel van de maatregelen is om belastingplichtigen tegen te werken die handig gebruik (of wellicht vermeend misbruik) maken van de fiscale regels. Op zich een begrijpelijk doel, maar er zit ook een keerzijde aan. Niet alleen belastingontwijkers of vermeende misbruikers worden geraakt. Ook belastingplichtigen die geen gebruik maken van brievenbusfirma’s en structuren in belastingparadijzen krijgen te maken met voor hen soms bezwarende regels.
En dan zijn er ook nog de administratieve verplichtingen. Een voorbeeld hiervan is de local & master file. Dit zijn documenten die internationale bedrijven met een groepsomzet van meer dan € 50 miljoen moeten opstellen, met daarin onder meer de vastlegging en de prijszetting van groepstransacties. Deze documentatieplicht, naast de al bestaande transfer pricing documentatie, maakt het internationaal ondernemen weer een stukje gecompliceerder.
Een belangrijk beginsel binnen de fiscaliteit is het neutraliteitsbeginsel, waarbij de fiscale wetgeving zo min mogelijk de uitoefening van (echte) ondernemingsactiviteiten uit bedrijfseconomische overwegingen mag hinderen. Dit beginsel lijkt steeds vaker weggecijferd te worden om gebruik en misbruik te bestrijden en het fiscale imago van Nederland (in sommige landen) te verbeteren. Hierdoor krijgen ondernemers uiteindelijk steeds minder keuze- en bewegingsvrijheid en is het stellig en zonder voorbehoud indienen van een aangifte beslist geen sinecure. Ook moet echt misbruik bestreden worden, maar om af te sluiten met een echte bedrijfseconomische term: hoe krijgen we de balans weer een beetje in evenwicht?
ABAB Accountants en Adviseurs
Vincent van Wanningen
Senior belastingadviseur