Nu ook de FNV heeft ingestemd met de uitgangspunten van het pensioenakkoord, is het tijd om de balans om te maken. Wat houdt het pensioenakkoord op grote lijnen in, welke gevolgen heeft dit voor u als werkgever en voor uw werknemers en wanneer treedt het in werking? Eén ding is zeker, alle bestaande pensioenregelingen wijzigen.
Middelloonregelingen zijn niet meer mogelijk. Iedereen stapt over op een beschikbare premie. Niet de uitkering, maar de premie vormt het uitgangspunt van de pensioenregeling. Dat betekent dat alleen een premieovereenkomst nog mogelijk is. Eind- en middelloonregelingen behoren definitief tot het verleden.
Werknemers, ongeacht leeftijd, ontvangen van u als werkgever een bedrag gebaseerd op exact hetzelfde gelijkblijvende premiepercentage op zijn/haar persoonlijke pensioenrekening. Alle premieovereenkomsten zijn gebaseerd op één vast premiepercentage. Bestaande premieregelingen met een stijgende premiestaffel mogen worden voortgezet voor huidige werknemers. Alleen voor nieuwe werknemers wordt de vlakke beschikbare premie verplicht.
Voor iedereen wordt de premie belegd. Afhankelijk van de uitvoerder, wordt er collectief of op basis van het persoonlijke risicoprofiel van de werknemer belegd. De berekening van de pensioenverplichtingen met de rekenrente en het gebruik van de dekkingsgraad komen te vervallen.
Om de problematiek met de dekkingsgraad te beëindigen, is het noodzakelijk dat ook de opgebouwde rechten worden ingebracht in het nieuwe contract. De zachte garanties worden omgezet naar persoonlijke beleggingskapitalen. De wijze waarop is nog een punt van aandacht. De omzetting kan op werknemersbezwaren stuiten. Wel is de verwachting dat er een collectief bezwaarrecht volgt.
Berekeningen tonen aan dat het nieuwe pensioencontract in veel gevallen een voordeel oplevert. Naast de verwachte hogere beleggingsresultaten, vormen de pensioenfondsen een solidariteitsreserve waarmee grote ups en downs afgevlakt worden. Mochten er deelnemers zijn die nadeel ondervinden, dan wordt hier een passende compensatie voor gezocht. Voor pensioenregelingen ondergebracht bij pensioenverzekeraars en premiepensioeninstellingen (PPI’s) is geen compensatieregeling overeengekomen. Hier is voor een compromis gekozen; de huidige premiestaffel mag voor bestaande werknemers gehandhaafd blijven.
Er komt een maximale fiscale premiegrens voor alle pensioencontracten. Op basis van de huidige inzichten bedraagt de fiscale premiegrens 33% van de pensioengrondslag, exclusief kosten- en risico-opslagen.
Pensioenfondsen die op 31 december 2020 een dekkingsgraad hebben van meer dan 90%, hoeven in 2021 geen korting van pensioenrechten en pensioenaanspraken door te voeren.
Als werkgever bent u wettelijk verplicht om voor de overstap naar de nieuwe pensioenregeling een transitieplan op te stellen. Het transitieplan (inclusief compensatieregeling en werknemersoverzicht oud versus nieuw) vormt de basis voor het verzoek tot wijziging van de regeling richting de ondernemingsraad. In geval van een bedrijfstakpensioenfonds, ligt deze rol vaak bij sociale partners.
Omdat de pensioeninleg voor iedereen gelijk wordt, gaan jonge deelnemers meer pensioen opbouwen dan nu het geval is; naarmate zij ouder worden bouwen zij minder pensioen op. Immers hoe jonger je bent, hoe langer de inleg kan renderen.
De introductie van gunstige fiscale regelgeving zorgt ervoor dat werknemers gezond de pensioendatum kunnen bereiken. Werknemers kunnen daardoor eerder en al dan niet gedeeltelijk met pensioen door inzet van:
1 januari 2021 | Invoering van vervroegde vertrekregeling, opname pensioenbedrag ineens en uitbreiding verlofsparen |
1 januari 2022 | Pensioenakkoord is vertaald in wetgeving, start overstapperiode naar het nieuwe pensioenstelsel. |
1 januari 2024 | Transitieplan is opgesteld |
1 januari 2026 | Uiterste datum voor overstap naar het nieuwe pensioenstelsel. Op verzoek FNV wordt getoetst of de maximale overstapperiode van vier jaar wordt verkort. |
1 januari 2036 | Einde compensatieperiode |
Voor u als werkgever kan het zeer interessant zijn om niet te wachten tot 2026 met het aangaan van de nieuwe regeling met een gelijkblijvende premie voor nieuwe werknemers, maar dat nu te doen. Voor deze werknemers voorkomt u daarmee immers een compensatielast in de toekomst. Laat u tijdig informeren en adviseren. Een pensioenadviseur die een onafhankelijke positie inneemt, is in staat objectief pensioenadvies te leveren over zowel inhoud als de (nieuwe) uitvoerder.
ABAB Accountants en Adviseurs
Bart van de Wouw
Senior pensioenadviseur