Het demissionair kabinet presenteerde op Prinsjesdag een beleidsarme Miljoenennota. Wat zijn daarvan de gevolgen voor ondernemers in Brabant en Zeeland? Op woensdag 29 september gingen Otto Raspe, hoofd Rabo Research, en panelleden Carlo Wolters (EPZ), Jolanda Dings (Lamb Weston), Hanane Abdellaoui (Just Clean), Eric de Ruijsscher en Eric van Schagen (VNO-NCW Brabant Zeeland) onder leiding van dagvoorzitter Jeroen Baardemans in op die vraag.
Otto Raspe trapt af met een blik op de huidige economische situatie en de uitdagingen als het gaat om de Brede Welvaart. Conclusie is dat we het in Brabant en Zeeland eigenlijk helemaal niet zo slecht doen. Wat niet betekent dat we niet voor grote uitdagingen staan.
De spanning op de arbeidsmarkt, veiligheid, de energietransitie en de tekortschietende infrastructuur, zijn vraagstukken die voor ondernemers snel actie vragen. Maar de miljoenennota en overheidsplannen geven daar geen antwoord op: “Geen koets, geen coalitie en geen koers”, verwoord Raspe het treffend.
‘De economische vooruitzichten zijn goed, en met een politiek die vooral met zichzelf in gesprek is voorzie ik dat de noodzakelijke maatschappelijke veranderingen door werkgevers ingezet zullen moeten worden.’, stelt Eric van Schagen.
In het panelgesprek dat volgt worden een aantal stellingen tegen het licht gehouden. Er ontstaat daarbij een bevlogen dialoog tussen zowel het panel als het publiek.
Waar de eerste twee stellingen veel positieve reacties losmaken, kan de laatste stelling over innovatie als oplossing voor het tekort op de arbeidsmarkt op weinig bijval rekenen. Innovatie klinkt leuk, maar met alleen innovatie red je het niet: samenwerken is het antwoord. Het tekort op de arbeidsmarkt los je (vooral) op met oog voor mensen.
Kortom, de beleidsarme miljoenennota heeft de nodige impact op ondernemers in Brabant en Zeeland. Eric van Schagen (voorzitter VNO-NCW Brabant Zeeland) sluit af met de boodschap: ‘Met klagen komen we er niet. Laten we als ondernemers de verantwoordelijkheid nemen en aan de slag gaan. Samen, met elkaar en met de overheid.’