Contact

Contactpagina

Bezoekadres
Reitseplein 1
Postbus 90154
5000 LG TILBURG
T 013 205 00 00

Voor ondernemers uit Zeeland:
Oostelijk Bolwerk 9
4531 GP Terneuzen
T 0115 451456

Nabestaandenpensioen is nog niet eenvoudiger en duidelijker | Aon

Op het moment dat de Wet toekomst pensioenen in werking treedt, wijzigen de regels voor het partner- en wezenpensioen sterk. Op de website van rijksoverheid lezen we: “Er komen betere regels voor nabestaandenpensioen. Vooral voor het partnerpensioen bij overlijden voordat het pensioen in zou gaan (voor de pensioendatum).” Wij onderschrijven dit, maar voor de pensioenregelingen die zijn ondergebracht bij verzekeraars en premiepensioeninstellingen (PPI’s) zien we ook risico’s en onduidelijkheden.

Astrid van Helvoort, Director Business Development Aon

Hoe gaat het partnerpensioen eruitzien?

Na de overgang naar het nieuwe pensioensysteem kan het partnerpensioen bij overlijden vóór pensioendatum alleen nog verzekerd worden via een risicoverzekering.

Er is dan dekking tijdens het dienstverband. Er mag maximaal 50% van het salaris worden verzekerd voor dit partnerpensioen. Ook mag een indexatie verzekerd worden. Dus bij een salaris van € 50.000 kan de partner bij overlijden van werknemer maximaal een levenslange uitkering van € 25.000 bruto per jaar ontvangen. Dit is een belangrijke verbetering ten opzichte van het huidige systeem waar de hoogte van het partnerpensioen afhankelijk is van het aantal jaren dat bij werkgever tot pensioendatum kan worden gewerkt.

Dienstjaren niet meer van invloed op hoogte partnerpensioen

Op dit moment geldt dat hoe meer dienstjaren hoe hoger het partnerpensioen. Na overgang is het partnerpensioen een percentage van het salaris ongeacht het aantal dienstjaren. Het wordt hierdoor veel beter te begrijpen wat de hoogte van het partnerpensioen is. Werknemers met hetzelfde salaris hebben dus ook recht op hetzelfde partnerpensioen. Verder wordt het partnerpensioen berekend over het volledige salaris en wordt er geen rekening gehouden met een franchise. Dit is met name voor de lagere inkomens gunstig.

Hoogte partnerpensioen kan sterk variëren

Er mag maximaal een bedrag van 50% van het salaris worden verzekerd voor het partnerpensioen.  De wetgever stelt “Voor deelnemers is het hierdoor duidelijk welk bedrag de partner ontvangt bij overlijden.” Als iedereen kiest voor het maximale percentage van 50% zal de hoogte van het partnerpensioen duidelijker zijn en veelal hoger zijn dan op dit moment. Het percentage van 50% is echter een maximum. In de pensioenregeling kan ook een lager percentage dan 50% worden afgesproken. Indien de werkgever als uitgangspunt heeft dat de totale premielast vergelijkbaar moet zijn (kostenneutraal), zal een veel lager percentage dan 50% moeten worden gehanteerd. Daarbij past het in de tijdgeest dat in de pensioenregeling niet maximaal wordt verzekerd en de werknemer de keuze krijgt om op vrijwillige basis aanvullend bij te verzekeren. Ook kan een wisseling van werkgever er toe leiden dat het nabestaandenpensioen sterkt wijzigt. Bijvoorbeeld omdat de ene werkgever 50% van het salaris verzekert en de andere 20%.

Grote verschillen mogelijk

Daarnaast ontstaan grote verschillen indien de huidige werknemers ook nog een opgebouwd partnerpensioen hebben. De reeds opgebouwde partnerpensioenen blijven immers in stand in de bij verzekeraars en PPI’s ondergebrachte pensioenregelingen. Vooralsnog mag opgebouwd pensioen niet in mindering worden gebracht op het verzekerde partnerpensioen. Ook belangrijk is dat het partnerpensioen bij overlijden vlak voor pensioendatum sterk kan afwijken van die bij overlijden kort na de pensioendatum. Daar blijft het uitgangspunt dat het partnerpensioen standaard 70% van het opgebouwde ouderdomspensioen is. Hier kan een werknemer wel individuele keuzes bij maken.

Rol van de werkgever

Het partnerpensioen volgens het nieuwe stelsel zal dus verschillend uitwerken voor werknemers. De werkgever heeft de uitdaging te bekijken wat het beste past voor zijn huidige werknemers en toekomstige werknemers. Voor de (gewezen) werknemer die inzicht wil krijgen in het verzekerde partnerpensioen, zal het pensioenoverzicht noodzakelijk blijven. Een goede communicatie hierover is enorm belangrijk. Bij voorkeur zou iedere werknemer expliciet de keuze moeten kunnen maken over de hoogte van het (vrijwillig) te verzekeren partnerpensioen.

Huilende weduwe aan de poort?

Iedere werkgever wil voorkomen dat bij overlijden van een werknemer, de partner zonder inkomen achterblijft. Tijdens het dienstverband is het partnerpensioen verzekerd. Er is echter geen dekking meer als het deelnemerschap eindigt, bijvoorbeeld bij uitdiensttreding. Ook is het dan niet meer toegestaan om een deel van het opgebouwde kapitaal uit te ruilen voor een partnerpensioen. Hiervoor zijn enkele wettelijke waarborgen in het wetsvoorstel opgenomen, te weten de verplichting voor de werkgever om de dekking gedurende drie maanden of gedurende de WW-periode voort te zetten. Verder mag de dekking van het partnerpensioen na deze periode vrijwillig worden voortgezet. Wij voorzien dat er in veel situaties helemaal geen dekking zal zijn. Vaak zal na de drie maanden niet gekozen worden voor vrijwillige voortzetting van de verzekering. Dit vergt een actie en gaat ten koste van het ouderdomspensioen. De ervaring is dat veel mensen kiezen voor een hoger ouderdomspensioen. Pas na overlijden komt de partner er dan achter dat er helemaal geen partnerpensioen is.

Voorkom onvoorziene problemen bij scheiding

Een partnerpensioen op risicobasis komt bij scheiding niet toe aan de ex-partner. Bij overlijden vóór de pensioendatum van de gescheiden werknemer, zal er dus geen bijzonder partnerpensioen verzekerd zijn. Bij overlijden van de werknemer, krijgt de ex-partner te maken met het de beëindiging van de alimentatie en/of hogere (opvang)kosten zijn, terwijl er geen recht op pensioen is. Dit kan dit leiden tot (veelal onvoorziene) inkomensproblemen. Een goede communicatie over dit mogelijke gebrek aan inkomen is zeer belangrijk. Wij zouden er daarbij voorstander zijn van de mogelijkheid tot uitruil dan wel een automatische voortzetting van de risicoverzekering bij einde dienstverband tot het moment dat de ex-werknemers de keuze maakt zich niet te verzekeren (‘opt-out’).

Geen restitutie van kapitaal bij overlijden

Op dit moment kennen veel verzekeraars en PPI’s de bepaling dat als een (gewezen) deelnemer overlijdt, (90% van) het kapitaal ter beschikking komt voor een (verhoging van) het partnerpensioen. Dit zogenaamde restitutiebeding mag in het nieuwe stelsel niet meer. De wetgever is van mening dat deze restitutie een schijnveiligheid is. Werknemers denken dat overlijden verzekerd is, terwijl het opgebouwde kapitaal vaak heel laag is. Bij overlijden zien de erfgenamen dus niets terug van het opgebouwde kapitaal. De pensioenuitvoerder zal dit kapitaal aanwenden voor de verhoging van de ouderdomspensioenen.  In plaats van (onzeker) recht op een kapitaal bij overlijden, ontstaat dus een (zeker) recht op een hoger ouderdomspensioen. Op het eerste gezicht lijkt dit daarom een prima wijziging.

Restitutiebeding is eerlijker en voorkomt veel onbegrip

Toch pleiten wij er voor om de keuze voor een restitutiebeding op te nemen. Wij zien op dit moment dat er veel onbegrip is als het kapitaal vervalt bij overlijden. Het opgebouwde kapitaal voelt als een persoonlijk pensioenvermogen. Dat dit kapitaal niet ten gunste komt aan de nabestaanden, wordt vaak als onrechtvaardig ervaren. Het restitutiebeding komt eerlijker over. In veel pensioenregelingen wordt heel bewust voor het restitutiebeding gekozen. De emotionele aspecten zijn hierbij van groot belang.

Verder merken wij op dat in de derde pijler het kapitaal bij overlijden wel ten goede kan komen aan de erven. Nu de hoogte van de maximale premie tussen de tweede en derde pijler gelijk wordt getrokken, is het consequent als ook de voorwaarden hetzelfde zijn. Het alternatief is dat verzekering van het nabestaandenpensioen van de tweede naar de derde pijler verhuist.

Verbetering op hoofdlijnen, details kunnen beter

Het doel van de wetgever is goed: een beter en eenvoudiger partner- en wezenpensioen dat voor iedereen per werkgever gelijk is ongeacht dienstjaren.

Maar tegelijkertijd worden er beperkingen aangebracht die het goede en flexibele van de huidige wereld teniet doen. Denk aan het niet rekening kunnen houden met opgebouwde pensioenen, het wel of niet kunnen kiezen voor restitutie van het opgebouwde vermogen en de kostbare keuze voor behoud partnerpensioen bij einde van het dienstverband. Verder blijft het belangrijk dat goed gecommuniceerd wordt over de invulling van het partnerpensioen in de pensioenregeling; de 50% maximaal verzekerd salaris zal immers niet voor iedereen gelden. Het vraagt om veel zorgvuldigheid van de werkgever en een goede begeleiding in de overgang naar het nieuwe nabestaandenpensioen.

Meer weten?

Het is belangrijk om goed na te denken over wat het beste is voor uw organisatie. Om onaangename verrassingen en onbegrip te voorkomen, blijft goede communicatie aan werknemers onverminderd belangrijk. Wilt u meer weten over het nabestaandenpensioen? Neem dan contact op met Astrid van Helvoort.

Astrid van Helvoort
Director Business Development
E-mail: astrid.van.helvoort@aon.nl

 


Voor de inhoud en organisatie van onze Academy bijeenkomsten, masterclasses  en communities voor ondernemers en bij de uitvoering van bepaalde dossiers werken we samen met vaste partners. Door deze samenwerking kunnen we gebruikmaken van de kennis, ervaring en faciliteiten van deze bedrijven.

Meer informatie over onze partners >>

"*" geeft vereiste velden aan

 

Met het versturen van deze gegevens ga je akkoord met de wijze waarop wij jouw gegevens verwerken. Privacy statement